Zonder plan een reis aangaan en een nieuw boek beginnen in een alweer nieuw genre, het is een uitdaging.
Bali spreekt… en legt ons het zwijgen op. Na 2 dagen op het eiland is mijn stem ribbedebie. Allebei met griep stapten we in het vliegtuig. We werden zo gepamperd dat het ongemakkelijk werd. De voorkeursbehandeling werkte helaas niet helend. Mijn toestand gaat achteruit in plaats van vooruit. Het virus viert feest in mijn keel en eet mijn stem op. Een andere wereld gaat open. De wereld van verstilling, van essentie. Wie fluistert ontmoet zachtheid. Al bij al toch niet zo slecht. Ook Leon stoot op dingen die niet gaan zoals hij wil. Bij hem is het vooral de technologie die blokkeert, verstoort en saboteert. Kortom, het eiland duwt ons op de knieën, naar de stilte, de nederigheid, de diepte in. Niet mijn wil maar Uw wil geschiede O Spirits van Bali.
Er zijn slechter plekken om uit te zieken en te vechten met demonen. Sania's House in Ubud, waar we verblijven, is een pareltje. Een droom van een tuin vol oude beelden, een Romeins aandoend zwembad en bungalows met deuren in houtsnijwerk die een poort naar de hemel beloven te zijn.
Bali spreekt… en legt ons het zwijgen op. Na 2 dagen op het eiland is mijn stem ribbedebie. Allebei met griep stapten we in het vliegtuig. We werden zo gepamperd dat het ongemakkelijk werd. De voorkeursbehandeling werkte helaas niet helend. Mijn toestand gaat achteruit in plaats van vooruit. Het virus viert feest in mijn keel en eet mijn stem op. Een andere wereld gaat open. De wereld van verstilling, van essentie. Wie fluistert ontmoet zachtheid. Al bij al toch niet zo slecht. Ook Leon stoot op dingen die niet gaan zoals hij wil. Bij hem is het vooral de technologie die blokkeert, verstoort en saboteert. Kortom, het eiland duwt ons op de knieën, naar de stilte, de nederigheid, de diepte in. Niet mijn wil maar Uw wil geschiede O Spirits van Bali.
Er zijn slechter plekken om uit te zieken en te vechten met demonen. Sania's House in Ubud, waar we verblijven, is een pareltje. Een droom van een tuin vol oude beelden, een Romeins aandoend zwembad en bungalows met deuren in houtsnijwerk die een poort naar de hemel beloven te zijn.
Het regenseizoen is net begonnen. Het valt er fors uit. De eerste aankoop wordt dan ook een regenponcho.
We worden al meteen getrakteerd op een grootse begrafenisceremonie van een generaal. Leon's magic met zijn camera kan beginnen.
We worden al meteen getrakteerd op een grootse begrafenisceremonie van een generaal. Leon's magic met zijn camera kan beginnen.
Een toevallige affiche langs de weg leidt ons naar een filmavond die ons nóg stiller maakt dan we al zijn: the architecture of peace, een documentaire over beroemd fotograaf Michael O’Neill die na een ernstige aandoening zich in yoga verdiepte, het intens ging beoefenen, zichzelf genas en daarna yogi’s fotografeerde in straffe poses. Tijdens het kijken naar de film worden de vage ideeën die ik in gedachten had voor mijn boek helder.
In een jazzy bar, beneden bij de rivier in Ubud, schrijf ik de eerste regels neer.
Ik open met de begrafenis van een vader. Terug op de kamer slaat synchroniciteit me om de oren: tussen mijn mails vind ik het overlijdensbericht van de vader van een vriendin.
We zijn vertrokken. Of beter: we zijn geland.
(Tekst : Monica Vanleke)
In een jazzy bar, beneden bij de rivier in Ubud, schrijf ik de eerste regels neer.
Ik open met de begrafenis van een vader. Terug op de kamer slaat synchroniciteit me om de oren: tussen mijn mails vind ik het overlijdensbericht van de vader van een vriendin.
We zijn vertrokken. Of beter: we zijn geland.
(Tekst : Monica Vanleke)
4-5-6, a shortcut and a walk...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
‘Vandaag ga ik naar de kapper,’ zegt leon bij het ontbijt. We passeerden gisteren een allerschattigst 1 persoonskapsalon. De tocht ernaartoe gebeurt niet zonder omwegen. Dat komt deels door het fototoestel. Een ‘dikke’ camera om je nek heeft hetzelfde effect als met een grote hond gaan wandelen. ‘Nice camera!’ Bewonderende blikken alom voor Leon’s toestellen. Hij bracht er niet één, niet twee, maar drie mee! Een Australische vrouw stuurt ons enthousiast naar haar hotel, The Honeymoon house, om er de fotogenieke tuin te gaan kieken. Zo ontdekken we een nieuwe buurt in Ubud. ‘This is my paradise,’ zegt ze trots als we arriveren. We komen bij van al dat moois op een terrasje met zicht op rijstvelden. Hoe groen kan groen zijn?! De heldere frisse kleur werkt als een instant vitamine pil, alleen maar door ernaar te kijken. Ik slorp het op, wil erin verdwijnen. Een aantal ganzen zijn van dezelfde mening en spelen er verstoppertje in. Met hun spierwitte pluimen zijn het net sneeuwpoppen die zich van seizoen hebben vergist.
Na een heerlijke maaltijd nemen we afscheid van Leon zijn pluimen en wat later ook van de mijne. In de spiegel zie ik het beeld van de cover van mijn vierde roman Take away Kim verschijnen… de Kim van 20 jaar geleden, zij het dan 50 tinten grijzer. Nog even wennen, maar het voelt wel leuk, al is het maar om de symboliek.
De volgende dag kiezen we voor de Campuhan Ridge Walk. Ik word al meteen aangesproken door Italiaanse vrouwen die willen weten waar mijn splinternieuwe zijden kimono vandaan komt.
‘Je steelt wel de show,’ zegt Leon, de man met 2 kanonnen van camera’s om zijn nek ; )
De gps stuurt ons langs een lange saaie baan, waar we bijna vergast worden van de auto’s en brommers. Een man die een reuze spin observeert langs de kant van de weg, maakt ons duidelijk dat we verkeerd lopen. Hij probeert zichzelf als gids te verkopen. ‘You don’t want to give me a little job?’ vraagt hij met zachte stem. We gunnen het hem wel, maar willen eigenlijk alleen zijn. Wat doe je best in zulk een situatie? Moeilijk.
Ik sta versteld van de trendy koffiehuizen en vegan eethuisjes die er zijn bij gekomen op korte tijd. Bij een iced koffie krijgen we een spirituele boodschap bij.
De gps stuurt ons langs een lange saaie baan, waar we bijna vergast worden van de auto’s en brommers. Een man die een reuze spin observeert langs de kant van de weg, maakt ons duidelijk dat we verkeerd lopen. Hij probeert zichzelf als gids te verkopen. ‘You don’t want to give me a little job?’ vraagt hij met zachte stem. We gunnen het hem wel, maar willen eigenlijk alleen zijn. Wat doe je best in zulk een situatie? Moeilijk.
Ik sta versteld van de trendy koffiehuizen en vegan eethuisjes die er zijn bij gekomen op korte tijd. Bij een iced koffie krijgen we een spirituele boodschap bij.
Bali staat zoveel voor op dit vlak! Antwerpen lijkt er een boerendorp naast.
Eenmaal op de goede weg, verdwijnen we al snel weer in het groen, bijna even moeilijk te fotograferen als dat klaprozen te plukken zijn. Soms moet je gewoon genieten, zonder meer. Ondertussen wandelen mijn personages met me mee. In gedachten zoek ik een woning voor hen uit. Hoe zou het zijn om op Bali te wonen?
We filosoferen erover op café.
Ondertussen hebben we een nieuwe lievelingscocktail ontdekt tijdens het happy hour in Oops cafe: de iced coconut mojito. Jammie jammie!
Na een week lijkt mijn gezondheidstoestand nog niet veel verbeterd. Ik snotter en hoest als een astma-lijder, alsof ik maar de helft zuurstof binnen krijg en op halve kracht functioneer. Maar liever half in Bali dan heel in België ; )
(Tekst : Monica Vanleke)
Eenmaal op de goede weg, verdwijnen we al snel weer in het groen, bijna even moeilijk te fotograferen als dat klaprozen te plukken zijn. Soms moet je gewoon genieten, zonder meer. Ondertussen wandelen mijn personages met me mee. In gedachten zoek ik een woning voor hen uit. Hoe zou het zijn om op Bali te wonen?
We filosoferen erover op café.
Ondertussen hebben we een nieuwe lievelingscocktail ontdekt tijdens het happy hour in Oops cafe: de iced coconut mojito. Jammie jammie!
Na een week lijkt mijn gezondheidstoestand nog niet veel verbeterd. Ik snotter en hoest als een astma-lijder, alsof ik maar de helft zuurstof binnen krijg en op halve kracht functioneer. Maar liever half in Bali dan heel in België ; )
(Tekst : Monica Vanleke)
50 tinten paars...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Voor de eerste keer testen we het taxi systeem go-jek. Via een app die je kan downloaden, leg je contact met een taxi het dichtst in de buurt. We willen naar Tanah Lot temple. Met enige reserve komt de man ons te voet tegemoet en vraagt ons discreet te wachten in Oops bar. Ze willen liever niet in concurrentie gaan met de lokale taxi chauffeurs wiens prijzen behoorlijk hoger liggen. Terwijl onze chauffeur aan 80 km/uur door de nauwste straten zoeft en op de landwegen zich langs brede landrovers wringt, geniet ik van de veranderende omgeving die soms even op een Vlaams landschap lijkt. Je moet een goede chauffeur zijn om hier te rijden. Geen verkeerslichten of -regels voor zover we zien en toch loopt alles op rolletjes. Verkeersagressie bestaat hier gewoon niet.
Zoals in de supermarkt worden we langs kramen vol koopwaren naar de tempel geloodst. Mijn hart maakt een sprongetje als ik de kracht van de zee voel. Het is hoogtij, de tempel ligt als een eiland in het water. Op elkaar geperste toeristen verdringen elkaar vanop een droog heuveltje om een kiekje te nemen. In de verte lijkt er een wit spook aan te komen. Een Japanse diva, in een wit kanten gewaad, het gezicht verscholen onder een gigantische witte zonnehoed. Ze commandeert haar gids alsof hij haar boy is. Af en toe doet ze haar hoed af om te poseren voor de foto die de gids moet nemen. Iedereen wijkt voor haar.
Langs een strook zand bereiken we Holy Snake, een lage grot waar je op je buik in kunt kruipen. Het voelt niet ‘holy’ met plastic afval her en der. Een priester nodigt me uit om door het water naar de tempel te gaan. ‘Holy water,’ wijst hij naar de overkant.
Ik waag het erop. Met kleren en al steek ik het water over. Het komt tot aan mijn middel.
In de tempel stroomt een bron. Het water smaakt gek genoeg niet zout. Waar komt het vandaan? Ik vul mijn flesje ermee. De priester zegent me en dan mag ik terug.
Zoals in de supermarkt worden we langs kramen vol koopwaren naar de tempel geloodst. Mijn hart maakt een sprongetje als ik de kracht van de zee voel. Het is hoogtij, de tempel ligt als een eiland in het water. Op elkaar geperste toeristen verdringen elkaar vanop een droog heuveltje om een kiekje te nemen. In de verte lijkt er een wit spook aan te komen. Een Japanse diva, in een wit kanten gewaad, het gezicht verscholen onder een gigantische witte zonnehoed. Ze commandeert haar gids alsof hij haar boy is. Af en toe doet ze haar hoed af om te poseren voor de foto die de gids moet nemen. Iedereen wijkt voor haar.
Langs een strook zand bereiken we Holy Snake, een lage grot waar je op je buik in kunt kruipen. Het voelt niet ‘holy’ met plastic afval her en der. Een priester nodigt me uit om door het water naar de tempel te gaan. ‘Holy water,’ wijst hij naar de overkant.
Ik waag het erop. Met kleren en al steek ik het water over. Het komt tot aan mijn middel.
In de tempel stroomt een bron. Het water smaakt gek genoeg niet zout. Waar komt het vandaan? Ik vul mijn flesje ermee. De priester zegent me en dan mag ik terug.
Met nog natte kleren stap ik in de taxi die ons naar onze afspraak brengt: Lina uit België. Ik leerde haar kennen op de filmset van de serie De bende van Jan de Lichte, waar we allebei gecast waren als zigeunerin. Ze doet stage hier op Bali voor het lingerie merk Nue Lingerie. Als dat niet tof is. Ik mag even haar werkplek bezoeken en daarna rijden we naar Batu Bolong beach voor een interview. Ik wil haar een rol in mijn boek geven.
Ik geniet van dit korte weerzien. Het is heerlijk haar enthousiasme te voelen, haar ondernemerslust. Zo jong en bewust. Als Lina vertrekt naar de circusschool nemen wij plaats op de eerste rij voor de zonsondergang. De 50 tinten paars waarop de Balinese lucht ons trakteert is zo duizelingwekkend mooi dat zelfs Leon, heftige Antwerp supporter, de verboden Beerschot kleur voor even in het hart sluit.
Ik geniet van dit korte weerzien. Het is heerlijk haar enthousiasme te voelen, haar ondernemerslust. Zo jong en bewust. Als Lina vertrekt naar de circusschool nemen wij plaats op de eerste rij voor de zonsondergang. De 50 tinten paars waarop de Balinese lucht ons trakteert is zo duizelingwekkend mooi dat zelfs Leon, heftige Antwerp supporter, de verboden Beerschot kleur voor even in het hart sluit.
In het donker rijden we met dezelfde chauffeur tegen dezelfde snelheid weer naar Ubud. We houden de adem in als we twee fragiele popjes, onbeschut, bij papa achterop de motor voorbijsteken. Je moet toch maar een vertrouwen hebben als ouder. Maar iedereen rijdt hier zo vinnig en tegelijk relax dat het als één groot radarwerk moeiteloos in elkaar past. Misschien is dat werkelijke overgave aan het leven? Dan hoef je geen angst te hebben omdat je in de flow gaat met alle dingen ?.
De dag erop worden we opnieuw getrakteerd met een prachtig paars, deze keer een drankje: lemon juice en blueberry. Een traktatie van het museum van de kunstenaar Antonio Blanco, die ook wel de Dali van Bali werd genoemd. Papegaaien vliegen er vrij rond. Een bediende wil een show demonstreren met de witte papegaai die 2,5 jaar geleden mij in de vinger beet. Het beest weigert elke medewerking.
We eindigen de dag op ‘ons’ plekje bij de rijstvelden aan een vijver vol lotusbloemen, waar ik probeer te schrijven. Maar het lukt niet. Mijn ideale schrijfplek, waar ik kan één worden met de omgeving en tegelijk verdwijnen in mijn verbeelding, moet zich nog aandienen.
Als de meisjes de rekening presenteren omdat ze willen sluiten, realiseren we ons dat het alweer pikkedonker is. Met het lampje van de Iphone aan gaan we op weg. Vuurvliegjes dansen vrolijk voor ons uit op muziek van krekels en kikkers en exotische vogelgeluiden. Maar dan verandert het idyllische moment in een Hitchcock scène als we plots overvallen worden door tientallen gigantische motten. Ons lampje gaat snel uit. Ook in het donker kan je de weg vinden, als het moet ; )
(Tekst : Monica Vanleke)
We eindigen de dag op ‘ons’ plekje bij de rijstvelden aan een vijver vol lotusbloemen, waar ik probeer te schrijven. Maar het lukt niet. Mijn ideale schrijfplek, waar ik kan één worden met de omgeving en tegelijk verdwijnen in mijn verbeelding, moet zich nog aandienen.
Als de meisjes de rekening presenteren omdat ze willen sluiten, realiseren we ons dat het alweer pikkedonker is. Met het lampje van de Iphone aan gaan we op weg. Vuurvliegjes dansen vrolijk voor ons uit op muziek van krekels en kikkers en exotische vogelgeluiden. Maar dan verandert het idyllische moment in een Hitchcock scène als we plots overvallen worden door tientallen gigantische motten. Ons lampje gaat snel uit. Ook in het donker kan je de weg vinden, als het moet ; )
(Tekst : Monica Vanleke)
Bye Bye Blog Bali...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Vandaag wandelen we richting Monkey Forest. Niet om het te bezoeken! We nemen een pad dat langs het domein loopt. Het stikt er van de brommers en van de apen. Ik voel me niet op mijn gemak. Apen maken me nerveus. Jammer want het lijkt een prachtgebied met oude imposante bomen. Geen apenstreken voor ons echter, die ondervinden we al genoeg met internet.
We hebben dan ook beslist om te stoppen met dit blog. Het bereik is niet navenant de inspanning dat het kost. De frustratie bij Leon is te groot dat hij geen goede foto’s kan posten. De oude Windows laptop die hij meebracht is compatibel met slechts 1 van zijn 3 camera’s en het bewerkingsprogramma is niet meer up to date. Daarbij komt dat de gebrekkige WiFi verbinding het zo tijdrovend maakt dat het ten koste gaat van andere dingen.
Liever dan met Wifi ga ik in verbinding met Bali en mijn boek.
Als het een troost mag zijn: zoveel avonturen verwachten we niet meer daar we niet hier zijn om te toeristen, maar om te landen.
Dus arrivederci vrienden. Er wacht jullie nog af en toe een facebook bericht en een Iphonefotootje links of rechts… en een roman…
Gegroet.
(Tekst : Monica Vanleke)
We hebben dan ook beslist om te stoppen met dit blog. Het bereik is niet navenant de inspanning dat het kost. De frustratie bij Leon is te groot dat hij geen goede foto’s kan posten. De oude Windows laptop die hij meebracht is compatibel met slechts 1 van zijn 3 camera’s en het bewerkingsprogramma is niet meer up to date. Daarbij komt dat de gebrekkige WiFi verbinding het zo tijdrovend maakt dat het ten koste gaat van andere dingen.
Liever dan met Wifi ga ik in verbinding met Bali en mijn boek.
Als het een troost mag zijn: zoveel avonturen verwachten we niet meer daar we niet hier zijn om te toeristen, maar om te landen.
Dus arrivederci vrienden. Er wacht jullie nog af en toe een facebook bericht en een Iphonefotootje links of rechts… en een roman…
Gegroet.
(Tekst : Monica Vanleke)
Luiheid versus passie...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Allez, nog eentje, voor onze drie lezers en een paardenkop ; )
Vandaag splitsen we op. Leon trekt alleen op pad met zijn camera, ik ga schrijven op cafe. Doelgericht stap ik Bitter Sweet binnen, een concept store die ik eerder ontdekte en qua stijlvolheid van zowel interieur als waren, boven de andere zaken uitsteekt. Door een toeval komt de baas er net aan. Ik pak de moed bij elkaar en spreek hem aan. 4 h later stap ik buiten met een schat aan informatie. We praten over de Balinezen, over hoe ze denken, hoe zij de dingen zien, hun waarden, hoe het is met hen samen te werken. Dit gesprek geeft me een compleet andere kijk op het Bali dat ik dacht te zien. ‘You’re projecting,’ zegt hij als ik een te geromantiseerd beeld voorleg. Zo legt hij uit dat het woord ‘vriend’ niet bestaat in hun taal waardoor ze het begrip ‘vriendschap’ niet echt kennen en dus ook niets uit vriendschap voor je zullen doen. Ze doen de dingen vanuit waarden opgelegd door hun gemeenschap. Het is tegelijk hun bescherming als hun harnas. Hun sterkste band is de familie. Dus als je op een gegeven moment iets voor hen gaat betekenen, dan word je familie.
We praten over kunst, over geloof en bijgeloof, over de yuppie yoga community. ‘Do you think they get it?’ vraag ik voorzichtig. ‘No way,’ zegt hij zonder aarzeling.
Grappig genoeg bevind ik me na dit gesprek, samen met leon, te midden van yoga yuppies, voor een lezing over ‘gezonde voeding’. ‘Are vegetarians more tastefull to crocodiles than meat eaters?’ stond in de aankondiging. Uiteindelijk krijgen we daar geen antwoord op. Wel volgt een gepassioneerd verhaal van de chef van Zest, over hoe hij begon, zijn filosofie over voeding en over zijn kookschool. Hij begint met een meditatief moment in een cirkel, waarna hij ons uitnodigt om per twee te gaan ‘eye-gazen’. Leon keert zich naar mij om de oefening samen te doen, maar ik word zacht dwingend gekidknapped door mijn andere buur. Met zijn kaalgeschoren hoofd en witte kleren ziet hij eruit als een monnik, maar als ik hem in de ogen staar, bots ik op een muur. Zijn ogen laten me niet binnen. Hoewel hij lacht voel ik geen hart.
Eens je voorbij de uiterlijke schijn durft te gaan, kom je een interessante wereld binnen. Het is een blijvende uitdaging om niet te oordelen, maar te blijven observeren en te leren. De straten hier in Bali hangen vol wijze spreuken: Living is giving… Good karma is giving…. Kleren vol love en peace en chakra symbolen… maar is de look van een spiritueel persoon genoeg om het te zijn? Verheffen de symbolen op je T-shirt je moeiteloos tot een yogi? Ik denk aan de scherpe woorden van de Duitse ondernemer, dat 95% het niet snapt. Ik lach vriendelijk naar mijn niet zo ‘giving’ witte monnik buur. Het is wat het is. Kijk en leer.
Vandaag splitsen we op. Leon trekt alleen op pad met zijn camera, ik ga schrijven op cafe. Doelgericht stap ik Bitter Sweet binnen, een concept store die ik eerder ontdekte en qua stijlvolheid van zowel interieur als waren, boven de andere zaken uitsteekt. Door een toeval komt de baas er net aan. Ik pak de moed bij elkaar en spreek hem aan. 4 h later stap ik buiten met een schat aan informatie. We praten over de Balinezen, over hoe ze denken, hoe zij de dingen zien, hun waarden, hoe het is met hen samen te werken. Dit gesprek geeft me een compleet andere kijk op het Bali dat ik dacht te zien. ‘You’re projecting,’ zegt hij als ik een te geromantiseerd beeld voorleg. Zo legt hij uit dat het woord ‘vriend’ niet bestaat in hun taal waardoor ze het begrip ‘vriendschap’ niet echt kennen en dus ook niets uit vriendschap voor je zullen doen. Ze doen de dingen vanuit waarden opgelegd door hun gemeenschap. Het is tegelijk hun bescherming als hun harnas. Hun sterkste band is de familie. Dus als je op een gegeven moment iets voor hen gaat betekenen, dan word je familie.
We praten over kunst, over geloof en bijgeloof, over de yuppie yoga community. ‘Do you think they get it?’ vraag ik voorzichtig. ‘No way,’ zegt hij zonder aarzeling.
Grappig genoeg bevind ik me na dit gesprek, samen met leon, te midden van yoga yuppies, voor een lezing over ‘gezonde voeding’. ‘Are vegetarians more tastefull to crocodiles than meat eaters?’ stond in de aankondiging. Uiteindelijk krijgen we daar geen antwoord op. Wel volgt een gepassioneerd verhaal van de chef van Zest, over hoe hij begon, zijn filosofie over voeding en over zijn kookschool. Hij begint met een meditatief moment in een cirkel, waarna hij ons uitnodigt om per twee te gaan ‘eye-gazen’. Leon keert zich naar mij om de oefening samen te doen, maar ik word zacht dwingend gekidknapped door mijn andere buur. Met zijn kaalgeschoren hoofd en witte kleren ziet hij eruit als een monnik, maar als ik hem in de ogen staar, bots ik op een muur. Zijn ogen laten me niet binnen. Hoewel hij lacht voel ik geen hart.
Eens je voorbij de uiterlijke schijn durft te gaan, kom je een interessante wereld binnen. Het is een blijvende uitdaging om niet te oordelen, maar te blijven observeren en te leren. De straten hier in Bali hangen vol wijze spreuken: Living is giving… Good karma is giving…. Kleren vol love en peace en chakra symbolen… maar is de look van een spiritueel persoon genoeg om het te zijn? Verheffen de symbolen op je T-shirt je moeiteloos tot een yogi? Ik denk aan de scherpe woorden van de Duitse ondernemer, dat 95% het niet snapt. Ik lach vriendelijk naar mijn niet zo ‘giving’ witte monnik buur. Het is wat het is. Kijk en leer.
Leon zijn vangst van de dag zijn leuke beelden van schoolkinderen. Een paar deugnieten die de straat moesten vegen, denkelijk als 'straf'. De onschuld op hun gezichten is treffend.
De taxichauffeur die ons op de luchthaven oppikte bestookt ons met berichten wanneer we hem weer nodig hebben. 'Brother,' noemt hij Leon. Na de uitleg van de Duitser kijken we daar nu anders naar.
De taxichauffeur die ons op de luchthaven oppikte bestookt ons met berichten wanneer we hem weer nodig hebben. 'Brother,' noemt hij Leon. Na de uitleg van de Duitser kijken we daar nu anders naar.
Ons streepje cultuur van de dag, na de Dali van Bali gisteren, wordt een documentaire over Ai WeiWei, de Che Guevara van China.
Met de dappere hardwerkende gepassioneerde mensen van vandaag in gedachten wandel ik met een schuldig en lui gevoel terug naar onze kamer.
WeiWei onderhield, met een veel voller leven dan het mijne/onze, zijn blog 2 keer per dag.
En wij geven het al op na enkele dagen?
‘Bali makes you lazy,’ herinner ik me de woorden van de Duitse architect.
Ik beslis ineens dat ik dat niet wil zijn... dankzij Ai WeiWei's strijdlust.
Toch niet vanavond. Voor morgen zien we wel weer haha.
(Tekst : Monica Vanleke)
Met de dappere hardwerkende gepassioneerde mensen van vandaag in gedachten wandel ik met een schuldig en lui gevoel terug naar onze kamer.
WeiWei onderhield, met een veel voller leven dan het mijne/onze, zijn blog 2 keer per dag.
En wij geven het al op na enkele dagen?
‘Bali makes you lazy,’ herinner ik me de woorden van de Duitse architect.
Ik beslis ineens dat ik dat niet wil zijn... dankzij Ai WeiWei's strijdlust.
Toch niet vanavond. Voor morgen zien we wel weer haha.
(Tekst : Monica Vanleke)
Over zotten en de tijd stretchen...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Het is zo kleverig warm dat we blijven hangen in Book Cafe. Je kan er boeken lezen, lenen en vervangen door andere. Ik lees in één ruk ‘The Fool’ -a mad man’s travel log - uit, van Anand Krishna. Op de cover staat de kaart De zot, van de Tarot. Het boek is in 2 opgesplitst, de ene kant in Indonesisch, de andere in Engels. Het vertelt het verhaal van een man die bij een kaartlegster komt en met de zot wordt vergeleken. Eerst denkt hij dat het als belediging bedoeld is, maar het blijkt een compliment te zijn. Te weinig mensen durven ‘de zot’ zijn, loslaten en in overgave leven. Niet in naïeve kinderlijkheid, maar wel in verbinding met het innerlijke kind. Het doet me denken aan iets wat de Duitser gisteren zei: Hoe medicijnmannen worden gekozen? Het dorp kiest de grootste ‘gek’, de persoon die het minst aangepast is in de gemeenschap. Zo iemand moet dan in hun ogen op goede voet staan met de Goden en dus beter aangepast zijn in de ‘onzichtbare’ sferen.
‘De zot’ verhaalt over zijn reizen in het Oosten waar hij in gesprek gaat met ‘spirituele’ personen van verschillende origine. Het is nuchter en humoristisch geschreven.
Af en toe lees ik een fragmentje voor aan Leon, een zalige ouderwetse gewoonte. We staan stil bij de factor ‘tijd’. We leven allemaal in dezelfde tijd en toch beleven we die elk anders. De ene zijn tijd kruipt voorbij, de ander ziet de tijd voorbij vliegen. Tijd is inderdaad rekbaar, zegt de auteur. Zoals je je spieren kunt stretchen, kan je ook de tijd bewust stretchen.
‘Enlightenment is Nothing! The Wow is nothing.’
‘De zot’ verhaalt over zijn reizen in het Oosten waar hij in gesprek gaat met ‘spirituele’ personen van verschillende origine. Het is nuchter en humoristisch geschreven.
Af en toe lees ik een fragmentje voor aan Leon, een zalige ouderwetse gewoonte. We staan stil bij de factor ‘tijd’. We leven allemaal in dezelfde tijd en toch beleven we die elk anders. De ene zijn tijd kruipt voorbij, de ander ziet de tijd voorbij vliegen. Tijd is inderdaad rekbaar, zegt de auteur. Zoals je je spieren kunt stretchen, kan je ook de tijd bewust stretchen.
‘Enlightenment is Nothing! The Wow is nothing.’
We gaan de Wow in de Nothing opzoeken in de Yogabarn. Een dorp in riet met zalen en workshopsrooms om lichaam en geest te stretchen en weer in balans te brengen. Het aanbod is zo groot dat we door het bamboe het bos niet meer zien. Even lijkt het of we in een circusschool terecht zijn gekomen. Atletische meiden oefenen een Cirque de Soleil nummer. Acro-yoga is helemaal in. De omgeving is prachtig, de heerlijkste geuren bedwelmen ons en toch blijven we niet hangen. 'Ouder worden is naar binnen gaan,' zegt Leon. 'Eens een punt voorbij, ga je de weg meer alleen en heb je de stimulans van de groep minder nodig.' Zijn vader, yoga leraar, overkwam hetzelfde.
Communities als dit zijn geweldig om te helpen ontwaken. Had ik een yogalief gehad als ik 20 was, zou ik ook kunstjes willen doen hebben op zijn voeten. (De speelvogel in mij nog wel een beetje haha) Terug thuis besluiten we het toch maar niet te proberen... de rug van het lief in acht nemend... ; )
(Tekst : Monica Vanleke)
Communities als dit zijn geweldig om te helpen ontwaken. Had ik een yogalief gehad als ik 20 was, zou ik ook kunstjes willen doen hebben op zijn voeten. (De speelvogel in mij nog wel een beetje haha) Terug thuis besluiten we het toch maar niet te proberen... de rug van het lief in acht nemend... ; )
(Tekst : Monica Vanleke)
Bali Kiss, Grumpy Face...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Al jaren doe ik aan yoga in een privé groepje. We beginnen de les altijd met enkele qigong oefeningen, waar ik enorm fan van ben. Als ik ontdek dat er Qigong les wordt gegeven in de Yogabarn, overwinnen we onze reserve om tussen jonge atleten te gaan staan en boeken een les. In contrast met de volle yogazalen, zijn we met 5. Qigong is niet in de mode haha. Lucky us. Die prachtige grote ruimte met donker massief houten vloer en zicht op palmbomen voor ons alleen. We krijgen les van een Amerikaan op leeftijd die vele Oosterse sporten beoefende en een eigen stijl ontwikkelde. ‘Nobody knows this,’ zegt hij. Hij klinkt een beetje teleurgesteld. Hij heeft het opgegeven om figuren aan te leren omdat mensen niet lang genoeg komen om ze te vatten. Ter vervanging geeft hij een soort energetische opwarmingsoefeningen. Ik herken elementen erin van de dierenfiguren. De manier waarop hij het hoofd beweegt doet me aan een schildpad denken. Oogway uit Kung Fu Panda springt in mijn gedachten. Het wordt komisch in mijn kop.
Helemaal blij verlaten we de les. Leon voelt zich als herboren. Dit was een goede warming up voor de les die ik voor de dag erna heb geboekt, gestuurd door een opmerkelijk toeval. Op mijn vraag waar je in Bali, op een pure manier, los van uiterlijkheden, aan yoga kunt doen, raadde de Duitse architect me een Ashram aan op 5 km buiten Ubud. ‘Blessing kundalini tantra yoga.’ Dat belooft. Hoewel ik geen ashram en guru type ben, en Leon privé met een guru opgroeide en dat achter zich liet, wagen we het erop.
Onze taxi chauffeur bluft als hij zegt dat hij de weg weet. Via een omweg komen we eindelijk aan en vraagt de man meer geld, want het was toch wel verder dan hij dacht. We lachen Balinees vriendelijk en laten het probleem bij hem. Hoe vaak betalen we niet voor het gebrek aan verantwoordelijkheid van anderen?
Eens daar beseffen we dat we de jackpot hebben! Het blijkt dezelfde plek te zijn waar ik 2 jaar geleden een bijzondere volle maan ceremonie meemaakte en een memorabele droom had die nacht na de man zijn hand op mijn kruin.
De ashram is een oase. De sfeer spreekt ons meteen aan. Gemoedelijk, rustig, low profile. We zijn bij de eersten. Leon spoort aan om vooraan te gaan liggen. Dit is niet Monica! Monica zit altijd achteraan of aan de kant waar ze kan wegglippen als het haar niet aanstaat. Bovendien: vooraan ziet iedereen je falen, toch? Ego! En zo geef ik toe.
De leraar tikt me op de neus en trekt mijn matje zelfs nog dichter bij hem. Zo zit ik bijna op schoot bij de guru en weet ik met sommige poses niet goed waar mijn ogen te houden om hem niet in het kruis te kijken. Hij is een zonnige figuur die ons op ons gemak stelt.
‘Smile,’ lacht hij terwijl we serieus afzien. ‘No thinking! Don’t listen to the monkey mind! It makes grumpy face. Love the pain! Breath trhough the pain and the pain will vanish! This is the key: keep on breathing!’
Helemaal blij verlaten we de les. Leon voelt zich als herboren. Dit was een goede warming up voor de les die ik voor de dag erna heb geboekt, gestuurd door een opmerkelijk toeval. Op mijn vraag waar je in Bali, op een pure manier, los van uiterlijkheden, aan yoga kunt doen, raadde de Duitse architect me een Ashram aan op 5 km buiten Ubud. ‘Blessing kundalini tantra yoga.’ Dat belooft. Hoewel ik geen ashram en guru type ben, en Leon privé met een guru opgroeide en dat achter zich liet, wagen we het erop.
Onze taxi chauffeur bluft als hij zegt dat hij de weg weet. Via een omweg komen we eindelijk aan en vraagt de man meer geld, want het was toch wel verder dan hij dacht. We lachen Balinees vriendelijk en laten het probleem bij hem. Hoe vaak betalen we niet voor het gebrek aan verantwoordelijkheid van anderen?
Eens daar beseffen we dat we de jackpot hebben! Het blijkt dezelfde plek te zijn waar ik 2 jaar geleden een bijzondere volle maan ceremonie meemaakte en een memorabele droom had die nacht na de man zijn hand op mijn kruin.
De ashram is een oase. De sfeer spreekt ons meteen aan. Gemoedelijk, rustig, low profile. We zijn bij de eersten. Leon spoort aan om vooraan te gaan liggen. Dit is niet Monica! Monica zit altijd achteraan of aan de kant waar ze kan wegglippen als het haar niet aanstaat. Bovendien: vooraan ziet iedereen je falen, toch? Ego! En zo geef ik toe.
De leraar tikt me op de neus en trekt mijn matje zelfs nog dichter bij hem. Zo zit ik bijna op schoot bij de guru en weet ik met sommige poses niet goed waar mijn ogen te houden om hem niet in het kruis te kijken. Hij is een zonnige figuur die ons op ons gemak stelt.
‘Smile,’ lacht hij terwijl we serieus afzien. ‘No thinking! Don’t listen to the monkey mind! It makes grumpy face. Love the pain! Breath trhough the pain and the pain will vanish! This is the key: keep on breathing!’
Na de workout krijgen we thee en fruit en beslissen we te voet terug naar Ubud te gaan. Het wordt een lange tocht langs rijstvelden, tempels en kraampjes van lokalen. De rijstvelden zitten vol ganzen, en verder zie je overal kippen, graatmagere katten en loslopende honden. In een onbewaakt moment zie ik een hond zijn poot opheffen en pissen tegen een kooi waar een gevechtshaan in zit. Ik schiet in de lach.
‘Als ik terug kom naar Bali richt ik een kuisploeg op,’ zegt Leon, in reactie op het afval dat we overal tegenkomen. De offerplaatsen zien er inderdaad vaak uit als vuilnisbelten. De offermandjes en papieren blijven liggen tot ze vergaan. De schaduwkant van het vele offeren.
En dan dwingt mama Bali Leon op de knieën. In een onverwachte beweging slaat hij de voet om en komt ten val. In een reflex beschermt hij zijn geliefde camera, dit ten koste van zijn knieën en voet. Passerende auto’s stoppen, mensen snellen ter hulp. De eigenaar van een hotel vraagt ons binnen om bij te komen en verzorgd zijn kapotte knie.
‘Bali kiss,’ zegt de man om Leon’s grumpy face te doen verdwijnen. Zo zien de Balinezen het: als je valt, dan kus je de grond. Leon weet niet wat hij ervan moet denken: wil Bali hem nu wel of niet ?
(Tekst : Monica Vanleke)
En dan dwingt mama Bali Leon op de knieën. In een onverwachte beweging slaat hij de voet om en komt ten val. In een reflex beschermt hij zijn geliefde camera, dit ten koste van zijn knieën en voet. Passerende auto’s stoppen, mensen snellen ter hulp. De eigenaar van een hotel vraagt ons binnen om bij te komen en verzorgd zijn kapotte knie.
‘Bali kiss,’ zegt de man om Leon’s grumpy face te doen verdwijnen. Zo zien de Balinezen het: als je valt, dan kus je de grond. Leon weet niet wat hij ervan moet denken: wil Bali hem nu wel of niet ?
(Tekst : Monica Vanleke)
Masterdam in Bali...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
De 3 belangrijkste beroepscategorieën in Bali zijn: de boeren, de ambachtslieden en degenen die met mensen werken: masseurs, toeristensector. De ambachtslieden verdienen het dubbele van de boeren en de laatste categorie nog eens het dubbele van de vorige. Waar rijst is, vind je creativiteit. De reden daarvan is dat rijst betrekkelijk weinig werk vraagt. Om hun vrije tijd zinvol in te vullen gaan mensen allerlei creatieve dingen ontwikkelen. Dat merk ik volop in het Oosten van Bali. Misschien daarom dat dit gedeelte me precies het meeste aanspreekt? We rijden door straten met duizelingwekkend grote houtsculpturen, daarna langs rijstvelden vol wapperende vlaggen, lakens, vuilniszakken en zelfs kledingstukken. De taxichauffeur noemt alles op wat we passeren van fruitbomen en wat Bali allemaal nog meer biedt. Het lijkt een rondrit door de groenten – en fruitafdeling van een luxe bio supermarkt. Bali is zo rijk! Avocado tree, cacao tree, de monsterlijk grote Jackfruit tree met vruchten die wel tot 35 kg kunnen wegen! Sinaasappelen, snake skin fruit, paprika, kool, zoete aardappel, pompoen, courgette…
In het binnenland merken we nog versieringen van voorbije ceremonies. Elegant gebogen bamboestokken, versierd met palmbladeren en bengelende ornamenten. We zien geen enkele toerist. Accomodaties vind je hier dan ook zo goed als niet. Enkel aan de kust. We worden getrakteerd op postkaartzichten. Dampende rijstvelden tegen een achtergrond van vulkanen. Af en toe zien we de top van Mount Agun door het wolkendek steken, als een toetje met slagroom. Her en der liggen bergjes stro te smeulen in het veld wat voor een mysterieuze sfeer zorgt. De as wordt gerecupereerd als onderdeel voor shampoo, legt onze chauffeur uit.
We stoppen in de moedertempel van Bali, de Besakih tempel. De imposante ingang: trappen die leiden naar een poort bestaande uit 2 hoge steile muren op een deurbreedte van elkaar, doet me denken aan een Kingkong film. Een setting waar jonge maagden in oude tijden werden geofferd. De Duitse architect liet zich ontvallen dat dit alles nog niet zo ver in het verleden ligt en er af en toe nog enge verhalen binnensijpelen van dierenoffers en zo. Bali bestaat uit vele stammen, allemaal koninkrijkjes op zich, met hun eigen leiders en regels en gebruiken. De sociale controle is groot. Sommige gebieden zijn minder geliefd dan andere. Vandaar dat Balinezen constant vragen: ‘Where are you from?’ Dit om elkaar te peilen. Ze vragen het ook aan toeristen, meer uit gewoonte dan uit interesse.
In het binnenland merken we nog versieringen van voorbije ceremonies. Elegant gebogen bamboestokken, versierd met palmbladeren en bengelende ornamenten. We zien geen enkele toerist. Accomodaties vind je hier dan ook zo goed als niet. Enkel aan de kust. We worden getrakteerd op postkaartzichten. Dampende rijstvelden tegen een achtergrond van vulkanen. Af en toe zien we de top van Mount Agun door het wolkendek steken, als een toetje met slagroom. Her en der liggen bergjes stro te smeulen in het veld wat voor een mysterieuze sfeer zorgt. De as wordt gerecupereerd als onderdeel voor shampoo, legt onze chauffeur uit.
We stoppen in de moedertempel van Bali, de Besakih tempel. De imposante ingang: trappen die leiden naar een poort bestaande uit 2 hoge steile muren op een deurbreedte van elkaar, doet me denken aan een Kingkong film. Een setting waar jonge maagden in oude tijden werden geofferd. De Duitse architect liet zich ontvallen dat dit alles nog niet zo ver in het verleden ligt en er af en toe nog enge verhalen binnensijpelen van dierenoffers en zo. Bali bestaat uit vele stammen, allemaal koninkrijkjes op zich, met hun eigen leiders en regels en gebruiken. De sociale controle is groot. Sommige gebieden zijn minder geliefd dan andere. Vandaar dat Balinezen constant vragen: ‘Where are you from?’ Dit om elkaar te peilen. Ze vragen het ook aan toeristen, meer uit gewoonte dan uit interesse.
In de Besakih tempel zijn overal ceremonies aan de gang, waardoor we niet op alle plekken binnen mogen. Bijna blindelings loop ik naar het hoogst gelegen gedeelte, helemaal achteraan. Ik wil de energie voelen van deze plek. Ik zie mensen aankomen, poseren voor de foto, en weer weglopen, zonder echt contact te maken met de plek. Zucht. Bij een trap die naar het hart van de tempel leidt hangt een bord: ‘No entrance. Only for prayer.’ We krijgen toestemming om er te mediteren. We zijn de enigen. Een hogepriester zegent me en kleeft enkele rijstkorrels op mijn voorhoofd.
Daarna is het richting Tirta Gangga, één van de drie waterpaleizen in de buurt. Een prachtig complex waar je door vijvers vol gigantische vissen, van steen tot steen kunt huppelen. Het is er constant file door al het geposeer voor de foto. Je kan er ook zwemmen. We zien romantische bruggetjes, enkele gondels (overdreven in onze ogen) en een noodzakelijk bruidspaar voor een fotoshoot. Het krioelt hier van de mensen. (blijkbaar een feestdag voor Moslims) We wanen ons in een veredeld Centerparcs.
Op een bord lees ik het Nederlandse woord: bestuursraad. Onze chauffeur legt uit dat dit gebied goede relaties erop nahoudt met het Nederlands vorstenhuis, en de stadsraad van Amsterdam. Zodanig goed zelfs dat het andere waterpaleis, waar de koning zich regelmatig terugtrekt, Masterdam wordt genoemd. Je vindt hier behoorlijk wat Nederlandstalige woorden terug: spanddoek, handdoek, bensine, reclame…
Op de tonen van Dean Martin rijden we in het donker, tussen horden brommers, weer naar ons hotel. Een onvergetelijk moment.
Op een bord lees ik het Nederlandse woord: bestuursraad. Onze chauffeur legt uit dat dit gebied goede relaties erop nahoudt met het Nederlands vorstenhuis, en de stadsraad van Amsterdam. Zodanig goed zelfs dat het andere waterpaleis, waar de koning zich regelmatig terugtrekt, Masterdam wordt genoemd. Je vindt hier behoorlijk wat Nederlandstalige woorden terug: spanddoek, handdoek, bensine, reclame…
Op de tonen van Dean Martin rijden we in het donker, tussen horden brommers, weer naar ons hotel. Een onvergetelijk moment.
Being Smart...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Balinezen volgen de maankalender met 420 dagen per jaar. Hun maanden tellen 35 dagen. Je kan je voorstellen dat het ingewikkeld wordt met de toeristen die een andere kalender hanteren. Al wie zijn leeftijd wil verlengen, hierheen dus.
In het wit gekleed rijden we naar de volle maan ceremonie in de Ashram waar ik 2,5 jaar geleden was. Vooraleer we op visite gaan bij de hogere spirits mogen we ons zuiveren bij een heilige bron. Ervoor een stenen troon in de vorm van een opwaartse slang (waar we zeker niet mogen op gaan zitten). Ernaast een meditatiegrot in een geopende mond van een uit rots gebeeldhouwd monster. We wanen ons in het hol van een tovenaar. Dit is de plek waar de guru zich terugtrekt.
Daarna lopen we een heilige grot door waar we oog in oog komen te staan met twee zeer bijzondere figuren. Shiva met amethisten ogen en het lichaam bedekt met edelstenen. Tegenover haar Ganesha, de olifant die symbool staat voor zachtmoedigheid en tegelijk, eenmaal op dreef, in zijn vaart alle negativiteit verwoest. Langs een smalle tunnel, wat symbool staat voor het geboortekanaal, kom je (herboren) weer buiten. De lokalen sijpelen langzaam binnen, waarbij ze telkens, de handen vol offermandjes en bloemen, een klok luiden. Vrouwen, mannen, kinderen, allen voeren ze eenzelfde ritueel uit alvorens ze verder gaan. We worden stil van de devotie waarmee ze de rituelen uitvoeren. Om ons heen slechts een handvol toeristen. Vooral vrouwen die in de ashram verblijven. Het kader is duizelingwekkend. Een enorm fallussymbool prijkt in het midden van 4 drakenkoppen, de maan als spot tussen palmbomen erboven. Iedereen wordt uitgenodigd om deel te nemen. Puur observeren is niet gewenst. We zingen mantra’s, dansen Balinees (vrouwen bij vrouwen, mannen bij mannen), we offeren…
De guru is er niet. De magie is er niet minder om.
Alles gebeurt in de opperste sereniteit.
In het wit gekleed rijden we naar de volle maan ceremonie in de Ashram waar ik 2,5 jaar geleden was. Vooraleer we op visite gaan bij de hogere spirits mogen we ons zuiveren bij een heilige bron. Ervoor een stenen troon in de vorm van een opwaartse slang (waar we zeker niet mogen op gaan zitten). Ernaast een meditatiegrot in een geopende mond van een uit rots gebeeldhouwd monster. We wanen ons in het hol van een tovenaar. Dit is de plek waar de guru zich terugtrekt.
Daarna lopen we een heilige grot door waar we oog in oog komen te staan met twee zeer bijzondere figuren. Shiva met amethisten ogen en het lichaam bedekt met edelstenen. Tegenover haar Ganesha, de olifant die symbool staat voor zachtmoedigheid en tegelijk, eenmaal op dreef, in zijn vaart alle negativiteit verwoest. Langs een smalle tunnel, wat symbool staat voor het geboortekanaal, kom je (herboren) weer buiten. De lokalen sijpelen langzaam binnen, waarbij ze telkens, de handen vol offermandjes en bloemen, een klok luiden. Vrouwen, mannen, kinderen, allen voeren ze eenzelfde ritueel uit alvorens ze verder gaan. We worden stil van de devotie waarmee ze de rituelen uitvoeren. Om ons heen slechts een handvol toeristen. Vooral vrouwen die in de ashram verblijven. Het kader is duizelingwekkend. Een enorm fallussymbool prijkt in het midden van 4 drakenkoppen, de maan als spot tussen palmbomen erboven. Iedereen wordt uitgenodigd om deel te nemen. Puur observeren is niet gewenst. We zingen mantra’s, dansen Balinees (vrouwen bij vrouwen, mannen bij mannen), we offeren…
De guru is er niet. De magie is er niet minder om.
Alles gebeurt in de opperste sereniteit.
In diezelfde spirit bezoeken we de rijstterassen in Tegalalang. Achterop de motor, zonder helm, de haren in de wind, voel ik de opperste vrijheid! Hoewel toeristisch is het een heerlijke plek om te zijn. In harmonie met de rijstvelden vind je leuke terrasjes op verschillende hoogtes. Bij de tafels in volle zon krijg je er zelfs een zonnehoed bij. Ik moet op de tanden bijten als ik de menigte observeer. Tegen een prijsje kan je je laten fotograferen met een Chinese hoed en bengelende rijstmanden over je schouders. Ik zie twee opzichtige meiden in een vuurrood gewaad er doelgericht op afgaan. Na een puffende afdaling, krom onder het gewicht van de stok op de schouders, een verwrongen lachje naar het vogeltje. Daarna kunnen ze niet snel genoeg weer boven zijn. Alles voor de foto! Op een verscholen plekje leggen we ons in het gras en open ik mijn computer. Een mooie schrijfplek. Maar hoe kan ik de schoonheid van dit land in woorden benaderen? Het lukt net zomin als dat het zich laat fotograferen. Ik begin meer en meer te snappen waarom je op sacrale plekken geen foto’s mag nemen, of dat zelfs niet wilt. Fotograferen is eigenlijk een beetje stelen. Maar wat we stelen is slechts een schim van de werkelijkheid, vluchtig als parfum. En dan kunnen we dat op z’n Balinees: ‘Being smart’ noemen, terwijl we de kern nooit zullen kunnen pakken.
(Tekst : Monica Vanleke)
(Tekst : Monica Vanleke)
Plastic Age...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
‘This time we don’t want to visit Bali like typical tourists,’ zegt Leon doodernstig terwijl hij de chauffeur vraagt om ons naar de meest toeristische plek in Bali te rijden: Kuta beach. Hij wil de surfboys en surfgirls in levende lijve zien. Om die wens waar te maken moeten we files op z'n Belgisch doorstaan.
We zien hen inderdaad in de verte, als zeehonden op hun surfplank dobberen. Het strand is een nachtmerrie. Vanaf het moment dat we een voet op het zand zetten worden we langs alle kanten toegeroepen door verkopers. Hun kraampjes bestaan uit op elkaar gestapelde bakken frisdrank, met een aantal plastic tuinstoelen ervoor. Niks gezellig gemaakt. En toch zie je daar toeristen ongemakkelijk onder een palmblad aan een colaflesje zabberen. Erger zijn de stapels plastic op het strand om de paar meter. Mijn hart weent. Ik schaam me diep voor ons, de mensheid. Waar zijn we ons respect kwijt geraakt voor onze planeet? Dringt het dan niet door dat we, net als een kankercel, ons eigen lichaam aan het vernietigen zijn? Ik fotografeer mijn mascotte popje, zonnend op een handdoek op een berg plastic. Ik vrees dat we de geschiedenis ingaan als de Plastic Age. Plastic zeeën, stranden, kleren, boezems en billen
Geen half uur later verlaten we Cut beach (sorry).
We zien hen inderdaad in de verte, als zeehonden op hun surfplank dobberen. Het strand is een nachtmerrie. Vanaf het moment dat we een voet op het zand zetten worden we langs alle kanten toegeroepen door verkopers. Hun kraampjes bestaan uit op elkaar gestapelde bakken frisdrank, met een aantal plastic tuinstoelen ervoor. Niks gezellig gemaakt. En toch zie je daar toeristen ongemakkelijk onder een palmblad aan een colaflesje zabberen. Erger zijn de stapels plastic op het strand om de paar meter. Mijn hart weent. Ik schaam me diep voor ons, de mensheid. Waar zijn we ons respect kwijt geraakt voor onze planeet? Dringt het dan niet door dat we, net als een kankercel, ons eigen lichaam aan het vernietigen zijn? Ik fotografeer mijn mascotte popje, zonnend op een handdoek op een berg plastic. Ik vrees dat we de geschiedenis ingaan als de Plastic Age. Plastic zeeën, stranden, kleren, boezems en billen
Geen half uur later verlaten we Cut beach (sorry).
Leon’s vertrouwen wordt getest als we onze chauffeur niet meteen terugvinden. De helft van zijn fotomateriaal heeft hij achtergelaten in de wagen. We hebben geen van beide naar de nummerplaat gekeken. In Leon’s hoofd speelt zich een klein drama af en voelt hij zich slachtoffer van iemand 'being smart'.
In mijn vorige stukje vergat ik uit te leggen wat ‘Being smart’ betekent.
Elke taal heeft zo zijn kronkels. Balinezen hebben geen woord voor ‘leugen’. Als zij met een onwaarheid of een 'bedrogje' wegkomen noemen zij dat: ‘Being smart.’ Op die manier wordt een ondeugd lichtelijk verheven tot een deugd en wordt het deel van een sport onderling (wat uiteraard zorgt voor wantrouwen). Op vlak van voeding zullen zij dan ook nooit iets kopen waar je mee kan 'foeteren' en altijd kiezen voor zuivere producten. Als buitenlander is het een oefening om die gedachtengang proberen te begrijpen en in vertrouwen te blijven gaan. Daarvoor moet je eerst en vooral jezelf en jouw aanvoelen vertrouwen om het vervolgens te kunnen geven. Je krijgt wat je geeft.
Maar in ons geval is er niets aan de hand. Als lokalen bereidwillig het nummer bellen, blijkt onze man blijkt aan de overkant van de straat te staan. Hij had ons gewoon zo snel niet terug verwacht.
Onze teleurstelling over het vuilnis her en der op straat raakt een gevoelige snaar bij de chauffeur. Volgens hem proberen probleemgroepen uit Java alles over te pakken in Bali, gefixeerd op geld verdienen, zonder de Balinese traditie te respecteren. Ze gaan in concurrentie met de Balinezen door minder kwalitatieve waren aan te bieden voor minder geld, verkopen zelfs offerschaaltjes zonder dat ze zelf offeren of de ceremonies uberhaupt begrijpen… We voelen een problematiek die wereldwijd is terug te vinden. Hoe kunnen volkeren in wederzijds respect samenleven?
Eens je doorhebt dat alles wat je uitspookt vroeg of laat bij je terug komt, dat het leven je altijd terugpakt op je meest gevoelige snaar, dat zou toch genoeg moeten zijn om op het rechte pad te blijven?
Dat is ook wat de Balinezen doen: ze blijven hun tradities trouw en laten zich niet infecteren. Ze geloven dat hun offers en ceremonies (wat puur een eerbetoon is aan het land, de natuur en de onzichtbare krachten) hun eiland omringen met een speciaal aura, een soort bescherming. Je kan het bijgeloof noemen, maar zijn niet al onze beperkende overtuigingen dat? En wat je gelooft wordt waar.
Het volgende strand dat we bezoeken is Dreamland beach. Het land dat afgeschermd en bewaakt wordt door wachters, is eigendom van de zoon van de 2e president van Indonesië. We rijden door een verlaten gebied, vol appartementsblokken in opbouw. Het doet aan als een spookstad. Een speciaal busje brengt ons bij een parelwit zandstrand, een scheet groot, maar O jee, zo schoon! De zee is lichtgevend turquoise. Zelfs zonder mijn zonnebril die alle kleuren dramatiseert, is het spectaculair.
In mijn vorige stukje vergat ik uit te leggen wat ‘Being smart’ betekent.
Elke taal heeft zo zijn kronkels. Balinezen hebben geen woord voor ‘leugen’. Als zij met een onwaarheid of een 'bedrogje' wegkomen noemen zij dat: ‘Being smart.’ Op die manier wordt een ondeugd lichtelijk verheven tot een deugd en wordt het deel van een sport onderling (wat uiteraard zorgt voor wantrouwen). Op vlak van voeding zullen zij dan ook nooit iets kopen waar je mee kan 'foeteren' en altijd kiezen voor zuivere producten. Als buitenlander is het een oefening om die gedachtengang proberen te begrijpen en in vertrouwen te blijven gaan. Daarvoor moet je eerst en vooral jezelf en jouw aanvoelen vertrouwen om het vervolgens te kunnen geven. Je krijgt wat je geeft.
Maar in ons geval is er niets aan de hand. Als lokalen bereidwillig het nummer bellen, blijkt onze man blijkt aan de overkant van de straat te staan. Hij had ons gewoon zo snel niet terug verwacht.
Onze teleurstelling over het vuilnis her en der op straat raakt een gevoelige snaar bij de chauffeur. Volgens hem proberen probleemgroepen uit Java alles over te pakken in Bali, gefixeerd op geld verdienen, zonder de Balinese traditie te respecteren. Ze gaan in concurrentie met de Balinezen door minder kwalitatieve waren aan te bieden voor minder geld, verkopen zelfs offerschaaltjes zonder dat ze zelf offeren of de ceremonies uberhaupt begrijpen… We voelen een problematiek die wereldwijd is terug te vinden. Hoe kunnen volkeren in wederzijds respect samenleven?
Eens je doorhebt dat alles wat je uitspookt vroeg of laat bij je terug komt, dat het leven je altijd terugpakt op je meest gevoelige snaar, dat zou toch genoeg moeten zijn om op het rechte pad te blijven?
Dat is ook wat de Balinezen doen: ze blijven hun tradities trouw en laten zich niet infecteren. Ze geloven dat hun offers en ceremonies (wat puur een eerbetoon is aan het land, de natuur en de onzichtbare krachten) hun eiland omringen met een speciaal aura, een soort bescherming. Je kan het bijgeloof noemen, maar zijn niet al onze beperkende overtuigingen dat? En wat je gelooft wordt waar.
Het volgende strand dat we bezoeken is Dreamland beach. Het land dat afgeschermd en bewaakt wordt door wachters, is eigendom van de zoon van de 2e president van Indonesië. We rijden door een verlaten gebied, vol appartementsblokken in opbouw. Het doet aan als een spookstad. Een speciaal busje brengt ons bij een parelwit zandstrand, een scheet groot, maar O jee, zo schoon! De zee is lichtgevend turquoise. Zelfs zonder mijn zonnebril die alle kleuren dramatiseert, is het spectaculair.
Daarna volgen Padang padang beach en Single Fin of Bluepoint beach, waar we in een te gekke bar genieten van een duizelingwekkend uitzicht. Telkens moeten we een kleine inkom betalen.
We eindigen de dag in de Uluwatu temple waar we de Kecak dance bijwonen bij zonsondergang. ‘I don’t like this colour,’ moppert Leon als hij in de uniform paarse sarang wordt gewikkeld. ‘This is the colour of the enemy of my soccerteam,’ legt hij uit aan een Japanner die geamuseerd lacht. Het heeft wel iets al dat paars. De oranje band, die erbij hoort in de taille, staat symbool voor het insnoeren van emoties.
We eindigen de dag in de Uluwatu temple waar we de Kecak dance bijwonen bij zonsondergang. ‘I don’t like this colour,’ moppert Leon als hij in de uniform paarse sarang wordt gewikkeld. ‘This is the colour of the enemy of my soccerteam,’ legt hij uit aan een Japanner die geamuseerd lacht. Het heeft wel iets al dat paars. De oranje band, die erbij hoort in de taille, staat symbool voor het insnoeren van emoties.
Hoe klerengek ik ook ben, het brengt rust als iedereen hetzelfde draagt én de verschillen vallen een beetje weg, we worden meer één. Als sardienen worden we op elkaar geperst op de tribune. Mensen schermen het gezicht af van de zon met hun inkomticket.
Een horde mannen met ontbloot bovenlijf en een rode bloem achter het oor, komen als één atoom de piste binnen, de handen trillend boven het hoofd. Zolang het spektakel duurt herhalen ze dezelfde klanken, als een mantra. Zij zijn het menselijk decor én de instrumenten. Het klinkt als een trein: tjakketjakketjak… of misschien zeggen ze wel: kecakkecakkecak? Mijn personage uit mijn boek maakt er ‘ketchup’ van haha. Het lijkt me vermoeiend en doet me denken aan de vuurademhaling uit de yoga. Verkleedde acteurs betreden een voor een de cirkel. Je voelt dat de menigte een excuus zoekt om te lachen en daar wordt op ingespeeld. Het spektakel slaat om in kolder. Drie monsterlijk dikke figuren met maskers met konijnentanden en grijze hanenkammen, hangen de clown uit en steken de draak met enkele toeschouwers. Het volk content dat ze kunnen lachen. Al bij al een mooie totaalervaring in deze setting.
Dankbaar tjokken we weer naar ons hotel. Onze chauffeur heeft er een dag van 12 uur opzitten en toch vertrekt hj na ons nog naar het Noorden van het land om een aantal meiden weg te brengen. Respect.
(Tekst : Monica Vanleke)
Een horde mannen met ontbloot bovenlijf en een rode bloem achter het oor, komen als één atoom de piste binnen, de handen trillend boven het hoofd. Zolang het spektakel duurt herhalen ze dezelfde klanken, als een mantra. Zij zijn het menselijk decor én de instrumenten. Het klinkt als een trein: tjakketjakketjak… of misschien zeggen ze wel: kecakkecakkecak? Mijn personage uit mijn boek maakt er ‘ketchup’ van haha. Het lijkt me vermoeiend en doet me denken aan de vuurademhaling uit de yoga. Verkleedde acteurs betreden een voor een de cirkel. Je voelt dat de menigte een excuus zoekt om te lachen en daar wordt op ingespeeld. Het spektakel slaat om in kolder. Drie monsterlijk dikke figuren met maskers met konijnentanden en grijze hanenkammen, hangen de clown uit en steken de draak met enkele toeschouwers. Het volk content dat ze kunnen lachen. Al bij al een mooie totaalervaring in deze setting.
Dankbaar tjokken we weer naar ons hotel. Onze chauffeur heeft er een dag van 12 uur opzitten en toch vertrekt hj na ons nog naar het Noorden van het land om een aantal meiden weg te brengen. Respect.
(Tekst : Monica Vanleke)
Mola Mola...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Terwijl België uitkijkt naar de komst van de Sint, pakken wij de boot naar Lembogan, een klein eiland voor de kust van Bali.
Er zijn geen aanlegsteigers. We waden tot aan de knieën door het water om op de speedboot te geraken. De zee is vrij ruw. De boot botst agressief tegen de golven.
Ik zit graag op het water. Iets minder erin, nog minder eronder. In deze zeeën zitten heel wat monsters die ik liever niet tegenkom, ook al doen ze niks. Voor Leon ligt dat anders. Als ervaren duiker zag hij al de helft van de wereld onderwater. Toch is er twijfel bij hem of hij zich er, na enkele stille jaren, nog wil aan wagen. De conditie speelt daarbij een rol en gehuurd materiaal dat niet up to date is.
Er zijn geen aanlegsteigers. We waden tot aan de knieën door het water om op de speedboot te geraken. De zee is vrij ruw. De boot botst agressief tegen de golven.
Ik zit graag op het water. Iets minder erin, nog minder eronder. In deze zeeën zitten heel wat monsters die ik liever niet tegenkom, ook al doen ze niks. Voor Leon ligt dat anders. Als ervaren duiker zag hij al de helft van de wereld onderwater. Toch is er twijfel bij hem of hij zich er, na enkele stille jaren, nog wil aan wagen. De conditie speelt daarbij een rol en gehuurd materiaal dat niet up to date is.
Na een half uur stappen we (opgelucht) aan wal. Het is een schouwspel om zien. Aan de lopende band worden toeristen gedropt en weer opgepikt. De Japanners zijn een streling voor het oog. Witte geisha’s in fragiele bloemenjurken, met grote flaphoeden en parasols om de zon geen kans te geven hun tere huid aan te raken. Mooi om zien hoe de bemanningsleden alle bagage op het hoofd naar het strand dragen.
In een soort open safaritrucs worden we naar het hotel gereden. Ik moet aan Daktari denken, een serie waar ik vroeger naar keek. Het begon altijd met het achterwerk van een neushoorn (of was het een nijlpaard)?
Geen van beide hier echter, toch niet op het land, wél in het water! De maanvis bv (mola mola) die enkele meters lang kan worden en tot 2 ton kan wegen.
Onze bungalow ligt hogerop, in een baai aan het water. Bij zonsopgang worden we full frontal getrakteerd op Mount Agun in zijn blootje. Geen wolk, niks wat het zicht op de grootste vulkaan van Bali belemmert. Er gaat een magische werking vanuit.
Geen van beide hier echter, toch niet op het land, wél in het water! De maanvis bv (mola mola) die enkele meters lang kan worden en tot 2 ton kan wegen.
Onze bungalow ligt hogerop, in een baai aan het water. Bij zonsopgang worden we full frontal getrakteerd op Mount Agun in zijn blootje. Geen wolk, niks wat het zicht op de grootste vulkaan van Bali belemmert. Er gaat een magische werking vanuit.
De wandeling overdag stemt ons weer beetje triest bij het zien van al het afval. De barakken van de vaste bewoners doen me aan de sloppenwijken in Rio de Janeiro denken.
Bij zonsondergang eten we bij kaarslicht. Deels gedwongen. De elektriciteit is uitgevallen, wat schering en inslag is op het eiland. Ik zie het geel van mijn gele Thaise curry niet maar hij smaakt heerlijk. Misschien moet een mens meer ‘blind’ eten, zich blindelings ‘smijten’? Misschien komen we zo meer bij ons gevoel? Ogen zijn de vensters van de ziel, maar soms leiden ze ons ook af van de essentie, zoals de gemanipuleerde omweg in de supermarkt langs schabben vol verleiding.
En terwijl we in onze bungalow 6 hoog verleid worden door het uitzicht, zit ik met mijn gedachten 3 verdiepingen hoger, in de wolken bij mijn nieuwste welp die op de Sint zijn verjaardag uitkomt en wat mijn uitgeverij vandaag heeft aangekondigd.
9 hoog, mijn eerste prentenboek. Iets wat ik nooit had gedacht. Een bijzondere geboorte, na een bijzondere samenwerking, een stiekeme fantasie die waarheid werd.
(Tekst : Monica Vanleke)
Bij zonsondergang eten we bij kaarslicht. Deels gedwongen. De elektriciteit is uitgevallen, wat schering en inslag is op het eiland. Ik zie het geel van mijn gele Thaise curry niet maar hij smaakt heerlijk. Misschien moet een mens meer ‘blind’ eten, zich blindelings ‘smijten’? Misschien komen we zo meer bij ons gevoel? Ogen zijn de vensters van de ziel, maar soms leiden ze ons ook af van de essentie, zoals de gemanipuleerde omweg in de supermarkt langs schabben vol verleiding.
En terwijl we in onze bungalow 6 hoog verleid worden door het uitzicht, zit ik met mijn gedachten 3 verdiepingen hoger, in de wolken bij mijn nieuwste welp die op de Sint zijn verjaardag uitkomt en wat mijn uitgeverij vandaag heeft aangekondigd.
9 hoog, mijn eerste prentenboek. Iets wat ik nooit had gedacht. Een bijzondere geboorte, na een bijzondere samenwerking, een stiekeme fantasie die waarheid werd.
(Tekst : Monica Vanleke)
Paradiso...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Als een vakantie op zijn einde loopt, komen de last minute lijstjes en beslissingen boven: koop ik die véél te dure armband (Leon). Ga ik Mount Batur, de kleine broer van Agun nog beklimmen? Het regent pijpenstelen. De verkoper raadt me aan om voor kookles te kiezen gezien het weer. Gulzig boek ik beide. Maar eerst wil ik die vulkaan op, weer of geen weer. Om 2h in de ochtend ijsbeer ik bij de receptie om opgepikt te worden. Na een kwartier bel ik de chauffeur. Een slaapstem neemt op. Onze conversatie beperkt zich tot het herhalen van ‘Hello? Hello?’ en ‘Yes?’. Een half uur later is hij er eindelijk. De wagen zit vol, nog 4 andere ‘gekken’ hebben geboekt met dit hondenweer. In het holst van de nacht scheren we door de straten. De chauffeur rijdt als een op hol geslagen oma met een gedateerd rijbewijs. We zigzaggen over witte lijnen, zelfs in haarspeldbochten.
In een kantine krijgen we een lekkere bananenpannenkoek en koffie. Daarna worden we verdeeld over de gidsen. Met elk een zaklamp in de hand lopen we achter elkaar. Wat volgt is toch wel een pittige klimtocht, maar we zijn dankbaar dat het niet regent. Sommige stukken is het lopen als op losse steenkolen, bij andere stukken moet je klauteren over scherpe rotspartijen. Als bij wonder trekt de hemel open en gunt ons een blik op zijn schatkamer. Een rups van lichtjes trekt de berg op. Af en toe is het file. Net voor zonsopgang komen we boven waar banken wachten om de entree van Madame Soleil mee te maken vanop de eerste rij. Mensen gaan uit hun dak. Hier en daar ontsnapt stoom uit de vulkaan. Ons groepje trekt weg van de drukte naar een punt waar haast niemand is. Het pad wordt zo smal dat het lijkt alsof we op de snede van een mes lopen. Best wel eng maar een unieke beleving. De gids waakt bezorgd over ons. Een tijd geleden was hier een dodelijk ongeval, waarbij iemand 200 meter in de diepte viel. De stilte pakt je. De weg naar beneden is een even grote uitdaging, als snowboarden op lavazand. Regelmatig schuift er iemand onderuit. Zonder veel te spreken geraken we verbonden met elkaar en houden we elkaar in het oog. Mooie ervaring. De terugrit naar huis valt iedereen moe maar tevreden in slaap.
Terwijl Leon maar niet kan beslissen over zijn armband die zoveel kost als een maandverblijf in Bali (donaties welkom, rekeningnummer op aanvraag ; ) schrappen we nog een ander goedkoper puntje van mijn lijst: een bezoek aan ’s werelds eerste organic vegan cinema: Paradiso.
In een kantine krijgen we een lekkere bananenpannenkoek en koffie. Daarna worden we verdeeld over de gidsen. Met elk een zaklamp in de hand lopen we achter elkaar. Wat volgt is toch wel een pittige klimtocht, maar we zijn dankbaar dat het niet regent. Sommige stukken is het lopen als op losse steenkolen, bij andere stukken moet je klauteren over scherpe rotspartijen. Als bij wonder trekt de hemel open en gunt ons een blik op zijn schatkamer. Een rups van lichtjes trekt de berg op. Af en toe is het file. Net voor zonsopgang komen we boven waar banken wachten om de entree van Madame Soleil mee te maken vanop de eerste rij. Mensen gaan uit hun dak. Hier en daar ontsnapt stoom uit de vulkaan. Ons groepje trekt weg van de drukte naar een punt waar haast niemand is. Het pad wordt zo smal dat het lijkt alsof we op de snede van een mes lopen. Best wel eng maar een unieke beleving. De gids waakt bezorgd over ons. Een tijd geleden was hier een dodelijk ongeval, waarbij iemand 200 meter in de diepte viel. De stilte pakt je. De weg naar beneden is een even grote uitdaging, als snowboarden op lavazand. Regelmatig schuift er iemand onderuit. Zonder veel te spreken geraken we verbonden met elkaar en houden we elkaar in het oog. Mooie ervaring. De terugrit naar huis valt iedereen moe maar tevreden in slaap.
Terwijl Leon maar niet kan beslissen over zijn armband die zoveel kost als een maandverblijf in Bali (donaties welkom, rekeningnummer op aanvraag ; ) schrappen we nog een ander goedkoper puntje van mijn lijst: een bezoek aan ’s werelds eerste organic vegan cinema: Paradiso.
Ook alweer een unieke ervaring. Zonder schoenen betreden we een prachtig ingericht vertrek vol ligstoelen en sofa’s waarin je languit kan hangen en zelfs eten en drinken kunt bestellen. De duozitjes bij Metropolis zijn er niks bij! Als na de film de balkondeuren openzwaaien worden we getrakteerd op een zonsondergang die wel gephotoshopt lijkt. Zwermen motten in de straat. Als door een sneeuwstorm banen we ons een weg erdoor heen. Het is zo extreem dat ik Apocalyps waanideeën krijg. De gekko’s happen gretig in het rond. Hopelijk niet hun laatste avondmaal.
(Tekst : Monica Vanleke)
(Tekst : Monica Vanleke)
Het Laatste middagmaal...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Als finale activiteit in Ubud kiezen we voor kookles. Vroeg in de ochtend worden we opgepikt en rijden we eerst naar de markt. De gids loodst ons langs alle ingrediënten waar we mee gaan werken. We leren gember kennen die peperig ruikt, mini limoentjes die ongelooflijk fris en sterk van geur zijn, komkommers met pukkels… Bananenbladeren zijn het Balinees aluminiumfolie.
Ik ben de enigste vegetariër en opgelucht dat ik het vlees niet hoef te eten dat we onbeschut zien liggen. De gids beweert dat de anderen dat ook niet hoeven. Om risico’s te vermijden koop je je portie vlees best voor zonsopgang, vlak na de slachting. Ik vraag me af of er ook hondenvlees wordt verkocht. Je vindt hier zoveel loslopende dieren op straat, altijd hongerig met hun kop in vuilzakken. Vanochtend heb ik mijn ontbijt geofferd: brood in brokken met ei en banaan. Niet echt een hondenmaaltijd, maar bon. Aandoenlijk om zien hoe een hond aan de overkant van de straat ons gadesloeg en heel schuchter naderde.
Ik ben de enigste vegetariër en opgelucht dat ik het vlees niet hoef te eten dat we onbeschut zien liggen. De gids beweert dat de anderen dat ook niet hoeven. Om risico’s te vermijden koop je je portie vlees best voor zonsopgang, vlak na de slachting. Ik vraag me af of er ook hondenvlees wordt verkocht. Je vindt hier zoveel loslopende dieren op straat, altijd hongerig met hun kop in vuilzakken. Vanochtend heb ik mijn ontbijt geofferd: brood in brokken met ei en banaan. Niet echt een hondenmaaltijd, maar bon. Aandoenlijk om zien hoe een hond aan de overkant van de straat ons gadesloeg en heel schuchter naderde.
Langs rijstvelden rijden we naar onze kookplek. We hebben meteen een ‘wow’ gevoel. Een grote open keuken waar enkele vrouwen druk in de weer zijn. Een lange tafel met vier snijplanken en Japanse messen. Voor we aan het eten beginnen maken we eerst ons eigen offermandje.
Samen bereiden we een hele maaltijd voor. Ieder krijgt een taak, van pepers fijnsnijden tot pindanoten pletten, tot saus maken, bakken… Telkens moeten we doorschuiven en verder doen aan de ander zijn bord, zodat op het einde iedereen alles heeft gedaan (en ieders hartsenergie erin zit) Koken doe je immers met je hart. En in ons mini groepje is veel hart, want onze kookpartners zijn een pasgetrouwd stel uit Mexico op huwelijksreis.
De gids is geweldig. ‘Smell,’ zegt hij regelmatig terwijl hij in een elegant gebaar de geur met zijn hand naar zijn neus haalt. Hij studeerde in het buitenland en werkte in Italië als chef op een olieplatform. We bereiden alles met kokosolie en kokosmelk. Voor één liter kokosolie heb je 10 kokosnoten nodig. Hij demonstreert hoe dat traditioneel met de hand gebeurt: De kokos wordt geraspt op een houten plank met spijkers op. Meestal is dit het klusje voor opa in de familie. Het geweldigst vind ik hoe ze rijst stomen: in omgekeerde chinese hoeden op een ketel kokend water.
De gids is geweldig. ‘Smell,’ zegt hij regelmatig terwijl hij in een elegant gebaar de geur met zijn hand naar zijn neus haalt. Hij studeerde in het buitenland en werkte in Italië als chef op een olieplatform. We bereiden alles met kokosolie en kokosmelk. Voor één liter kokosolie heb je 10 kokosnoten nodig. Hij demonstreert hoe dat traditioneel met de hand gebeurt: De kokos wordt geraspt op een houten plank met spijkers op. Meestal is dit het klusje voor opa in de familie. Het geweldigst vind ik hoe ze rijst stomen: in omgekeerde chinese hoeden op een ketel kokend water.
Tot slot: wie het potje gekookt heeft, ete het op. Als alles klaar is wacht ons een feestelijke tafel om aan te schuiven.
We krijgen er niet de helft van op. De chef blijft discreet in de keuken. Balinezen hebben niet echt een eettraditie zoals wij die kennen. Allemaal samen aan tafel komt bij hen zo goed als niet voor. Meestal kookt de vrouw des huizes een eetmaal dat de hele dag op het vuur blijft staan. De gezinsleden bedienen zich wanneer het hen uitkomt en eten dat vervolgens in een donker hoekje alleen op. Dit om elkaar niet in verlegenheid te brengen hoeveel (of hoe weinig) ze eten. De moeite om bij stil te staan.
(Tekst : Monica Vanleke)
We krijgen er niet de helft van op. De chef blijft discreet in de keuken. Balinezen hebben niet echt een eettraditie zoals wij die kennen. Allemaal samen aan tafel komt bij hen zo goed als niet voor. Meestal kookt de vrouw des huizes een eetmaal dat de hele dag op het vuur blijft staan. De gezinsleden bedienen zich wanneer het hen uitkomt en eten dat vervolgens in een donker hoekje alleen op. Dit om elkaar niet in verlegenheid te brengen hoeveel (of hoe weinig) ze eten. De moeite om bij stil te staan.
(Tekst : Monica Vanleke)
Bye Bali Buddha, hello Santa...
Symbiose fotografie & tekst... Leon Nolis en auteur Monica Vanleke.
Bali bereidt zich voor op Kerst. We zien de lelijkste kerstversieringen opduiken. Boeddhabeelden worden achteruit geschoven voor de Kerstman. Alvorens naar huis te vliegen maken we een pitstop in Sanur, het Benidorm van Bali. Als we vragen naar het centrum krijgen we als antwoord: ‘No center.’ De kustlijn is bezaaid met etablissementen. Bij een chique hotel, staat een tafel met verf en penselen voor de passanten. Een groot schildersdoek erachter, verdeeld in vierkanten, nodigt uit om je eigen mini schilderijtje te maken. Monica kan dit niet weerstaan. Het is moeilijker dan het lijkt. Het doek beweegt op en neer als ik het aanraak en de borstels zijn hard. Terwijl ik bezig ben knipt iemand achter mij het licht aan. Ineens sta ik in de spotlight. Ik kan wel in de grond zinken omwille van mijn 'spielerei'. De bedenker/kunstenaar komt naar me toe en vraagt of hij me mag filmen terwijl hij me enkele vragen stelt: wat ik van kunst denk? ‘Art is thé universal language to unite people,’ zeg ik met een breedsmoelkikkerlach om de aandacht van mijn kinderschets af te leiden.
We beslissen nog even op en af te rijden naar Kerobokan. Ik wil op zoek naar de Indonesische borden waar ik verliefd op werd in Cafe Monyet in Ubud, een stemmige plek met Franse muziek, uitgebaat door Nederlanders. De zaak is ingericht alsof je iemands woonkamer binnenstapt. De tafels zijn gedekt met vintage servies. Als ik de plek google, ontdek ik dat de zwaarst bewaakte gevangenis van Bali zich daar om de hoek bevindt. Enkele jonge Australiërs zitten er een levenslange straf uit. Opgepakt als naïeve ukjes van 18 die voor slechts 15000 dollar een pakje drugs naar Australië dachten over te brengen. Hoe in één oogopslag een leven verwoest kan zijn. De vader van een van de kerels is naar Bali verhuisd om zijn zoon te kunnen bezoeken. Twee keer in de week gaat hij er langs.
De schrijfster in mij ruikt inspiratie voor haar boek. Als ik de chauffeur vraag om erlangs de rijden huivert hij. Hij zat er net een straf uit van een week en is vrij op probatie. Aan de ingang staat een lange rij wachtenden om naar binnen te mogen.
Vol goeie moed stap ik op de agenten toe die er de wacht houden… of ik even binnen mag kijken? Gelukkig is hun Engels zo slecht dat het belachelijke van mijn vraag niet doordringt. Mijn kledij is misschien ook niet het meest geschikt voor deze setting. Zedig bedek ik mijn schouders met mijn sjaal. Beleefd maken ze me duidelijk dat ik ‘autorisation’ nodig heb. Terug in de taxi zegt de chauffeur dat je er enkel binnen geraakt als je een boef kent. Steels kijk ik naar mijn gangster naast me. Het zou een interessant scenario zijn haha. Alles voor de inspiratie.
‘Hoe heerlijk,’ zeg ik wat later in het zwembad, drijvend in de armen van het lief, het lief dat ik even ervoor nog in de gevangenis wilde achterlaten. Zegt het lief doodleuk terug: ‘Na een maand Bali heb ik anders meer zin om je te verzuipen.’
U ziet, we zijn aan elkaar gewaagd. Bij deze: aan alle romantische zielen onder u die graag idealiseren: u hebt slechts uw eigen fantasieën geprojecteerd. Bali is mooi maar géén ideale droom, net als wij dat ook niet zijn ; )
See you in Belgium.
(Tekst : Monica Vanleke)
Vol goeie moed stap ik op de agenten toe die er de wacht houden… of ik even binnen mag kijken? Gelukkig is hun Engels zo slecht dat het belachelijke van mijn vraag niet doordringt. Mijn kledij is misschien ook niet het meest geschikt voor deze setting. Zedig bedek ik mijn schouders met mijn sjaal. Beleefd maken ze me duidelijk dat ik ‘autorisation’ nodig heb. Terug in de taxi zegt de chauffeur dat je er enkel binnen geraakt als je een boef kent. Steels kijk ik naar mijn gangster naast me. Het zou een interessant scenario zijn haha. Alles voor de inspiratie.
‘Hoe heerlijk,’ zeg ik wat later in het zwembad, drijvend in de armen van het lief, het lief dat ik even ervoor nog in de gevangenis wilde achterlaten. Zegt het lief doodleuk terug: ‘Na een maand Bali heb ik anders meer zin om je te verzuipen.’
U ziet, we zijn aan elkaar gewaagd. Bij deze: aan alle romantische zielen onder u die graag idealiseren: u hebt slechts uw eigen fantasieën geprojecteerd. Bali is mooi maar géén ideale droom, net als wij dat ook niet zijn ; )
See you in Belgium.
(Tekst : Monica Vanleke)
© Leon Nolis Photography . All content on this website, including photographs, images, text, tutorials, writing, and web design, are the exclusive intellectual property of Leon Nolis and are protected under Belgium copyright law. You must request and receive written permission from Leon Nolis, the sole copyright owner, to use any content of this website in whole or in part.