Bij valavond dwalen we langs de Gentse grachten. Dansende reflecties in het water. Opkomende nevel die vormen en kleuren mystificeert.
Het blauwe uur, uur van verandering, waar de dag wegglijdt in de avond en de nacht geboren wordt, waarop ook ik geboren werd. Wellicht daardoor voelt het telkens weer als thuiskomen. Een zucht naar verlangzamen, verstillen, me knus nestelen op een bontje bij mijn hart, als een poes die zich opkrult bij de haard. Gulzig absorbeer ik het, vul mijn cellen met het onbereikbare blauw.
Het blauwe uur, uur van verandering, waar de dag wegglijdt in de avond en de nacht geboren wordt, waarop ook ik geboren werd. Wellicht daardoor voelt het telkens weer als thuiskomen. Een zucht naar verlangzamen, verstillen, me knus nestelen op een bontje bij mijn hart, als een poes die zich opkrult bij de haard. Gulzig absorbeer ik het, vul mijn cellen met het onbereikbare blauw.
Iets voor tien, stappen we het beruchte Gentse café Manteca binnen. Tussen bakken bier worstelen we ons een gammele trap op. We komen aan in een ziltige zolderkamer, het schrijvershol voor vanavond. Zouden auteurs als Fitzgerald, Bukowski of Hemingway in dit soort ruimtes hun meesterwerken hebben kunnen produceren? Romantiseren heeft geen effect nu. Het enige wat me opvrolijkt zijn de lachende gezichten van de aanwezigen. De vloer davert onder onze voeten. ‘We hebben een feestje beneden,’ zegt de gastvrouw. Haar adem laat wolkjes na in de lucht. Ik denk aan de jenevers en whisky’s die ik zal moeten drinken om de spirit erin te houden. Helaas ontbreekt het me aan Bukowski talent op meer dan een vlak. Ik zet de kraag van mijn jas omhoog, wring me verontschuldigend in een rechtsomkerende bocht en stap enkele tellen later, blij om het nieuwe plan, het cafe weer uit: Dan maar het lief assisteren bij diens nachtfotografie.
Hand in hand stappen we de gitzwarte nacht in. Aan de voet van de grote markt stelt hij zijn camera op. Met vertraagde sluitertijd flitst hij voorbijrijdende trams, bussen en fietsers. De bewegende elementen laten transparant kleurige vegen na, waarbij voor-en achtergrond zich mengen en een poort lijken te vormen naar een andere dimensie. Betoverd volg ik mijn lief naar het kanaal. Opstellen, wachten, afdrukken… opstellen, wachten, afdrukken… net wanneer het ritueel me in een gelukzalige trance toestand belooft te brengen, word ik opgeschrikt door het rauwe keelgeluid van een dronkaard. ‘Journalist!’ Terwijl de man mijn lief naar de keel dreigt te vliegen, ontferm ik me beschermend om het fotomateriaal. Luid vloekend, zet hij de achtervolging in, als vastgenaaid aan onze schaduw. In gedachten schrijf ik een extra verzoek op de wenslampions die ik onder mijn arm klem om straks op te laten: dat deze man verlichting mag vinden. Zijn zij het niet, de door demonen bezeten wezens, die onze liefde het meest nodig hebben? Maar hoe laat je een blinde zien?
We besluiten het over te laten aan de arm der wet. De man vat brullend post voor mijn partner die hem stoïcijns kalm, met de armen gekruist voor de borst, geen seconde uit het oog verliest. Minuten gaan voorbij, zonder helpende handen. Nieuwe dronkaards strompelen zingend voorbij. De welkome afleiding weekt de belager los van mijn lief. Als de verloren zoon waggelt hij hen achterna.
Bevrijd sluiten we onze bewogen nacht af met het oplaten van de ballonnen. Mag ieder zijn wens verhoord worden.
Let there be light.
Hand in hand stappen we de gitzwarte nacht in. Aan de voet van de grote markt stelt hij zijn camera op. Met vertraagde sluitertijd flitst hij voorbijrijdende trams, bussen en fietsers. De bewegende elementen laten transparant kleurige vegen na, waarbij voor-en achtergrond zich mengen en een poort lijken te vormen naar een andere dimensie. Betoverd volg ik mijn lief naar het kanaal. Opstellen, wachten, afdrukken… opstellen, wachten, afdrukken… net wanneer het ritueel me in een gelukzalige trance toestand belooft te brengen, word ik opgeschrikt door het rauwe keelgeluid van een dronkaard. ‘Journalist!’ Terwijl de man mijn lief naar de keel dreigt te vliegen, ontferm ik me beschermend om het fotomateriaal. Luid vloekend, zet hij de achtervolging in, als vastgenaaid aan onze schaduw. In gedachten schrijf ik een extra verzoek op de wenslampions die ik onder mijn arm klem om straks op te laten: dat deze man verlichting mag vinden. Zijn zij het niet, de door demonen bezeten wezens, die onze liefde het meest nodig hebben? Maar hoe laat je een blinde zien?
We besluiten het over te laten aan de arm der wet. De man vat brullend post voor mijn partner die hem stoïcijns kalm, met de armen gekruist voor de borst, geen seconde uit het oog verliest. Minuten gaan voorbij, zonder helpende handen. Nieuwe dronkaards strompelen zingend voorbij. De welkome afleiding weekt de belager los van mijn lief. Als de verloren zoon waggelt hij hen achterna.
Bevrijd sluiten we onze bewogen nacht af met het oplaten van de ballonnen. Mag ieder zijn wens verhoord worden.
Let there be light.
© Monica Vanleke.
Meer lezen van Monica Vanleke, klik....monicavanleke.wordpress.com/
Meer lezen van Monica Vanleke, klik....monicavanleke.wordpress.com/
© Leon Nolis Photography . All content on this website, including photographs, images, text, tutorials, writing, and web design, are the exclusive intellectual property of Leon Nolis and are protected under Belgium and international copyright law. You must request and receive written permission from Leon Nolis, the sole copyright owner, to use any content of this website in whole or in part.